Bewerkingsmodus gebruiken
Afbeeldingen bewerken
ACDSee heeft een krachtige maar toch gebruiksvriendelijke afbeelding en verbeteren door de niveaus voor helderheid en kleuren aan te passen, te grote afbeeldingen bij te snijden, afbeeldingen niet niet correct zijn geplaatst te roteren of te spiegelen en de scherpte aan te passen. Wanneer de bewerkingen gereed zijn, kunt u voorbeelden van de wijzigingen bekijken en de afbeeldingen vervolgens opslaan in meer dan 10 verschillende bestandsindelingen.
U kunt afbeeldingen bewerken en verbeteren in de bewerkingsmodus, of ACDSee zodanig instellen dat het programma samenwerkt met verschillende bewerkingstoepassingen, zoals ACD Photo Editor.
U opent een afbeelding als volgt in de bewerkingsmodus:
Kies een van de volgende mogelijkheden:
-
Selecteer een afbeelding in het bladervenster en klik op Extra | In Editor openen en selecteer vervolgens ACDSee.
-
Klik in het weergavevenster op Wijzigen en selecteer vervolgens bewerkingsmodus.
-
Klik in het weergavevenster op Wijzigen en selecteer vervolgens de naam van het gereedschap dat u op uw afbeelding wilt toepassen. De bewerkingsmodus opent direct in dat hulpprogramma.
U bewerkt een afbeelding als volgt in een afbeeldingseditor van een andere toepassing:
Kies een van de volgende mogelijkheden:
-
Klik in het bladervenster op Extra | In Editor openen en selecteer de bewerkingstoepassing die u wilt gebruiken.
-
Klik in het weergavevenster op Wijzigen | In Editor openen en selecteer de bewerkingstoepassing die u wilt gebruiken.
Werken in de bewerkingsmodus
In de bewerkingsmodus staat aan de rechterkant van het scherm het paneel Bewerken, dat toegang biedt tot alle bewerkingsgereedschappen en effecten. Klik in het paneel Bewerken op een naam om het overeenkomstige hulpprogramma te openen en te gebruiken om uw afbeelding te bewerken. Het bewerkingsvenster bevat uitgebreide contextgevoelige Help om u te helpen bij het gebruik van de toepassing. Klik op de Help-knop om de Help-pagina weer te geven met informatie over het desbetreffende hulpprogramma.
Boven aan het scherm, precies onder de werkbalk Bewerkingsmodus, bevinden zich de tabbladen Huidig, Opgeslagen en Voorbeeld. U kunt deze tabbladen op elk gewenst moment selecteren om de oorspronkelijke afbeelding te vergelijken met de bewerkte versie en om een voorbeeld van uw bewerkingsselecties weer te geven voordat u ze op de vaste schijf opslaat.
De werkbalk Bewerkingsmodus biedt toegang tot veelgebruikte opdrachten en besturingselementen voor zoomen.
Werkbalk Bewerkingsmodus
|
Bewerken voltooid |
Indien nodig wordt u gevraagd of u niet-opgeslagen wijzigingen wilt opslaan. Vervolgens wordt de bewerkingsmodus gesloten en keert u naar de viewer terug. |
|
Opslaan als |
Opent het dialoogvenster Afbeelding opslaan als zodat u de wijzigingen als een nieuwe afbeelding kunt opslaan. |
|
Vorige afbeelding |
Geeft de vorige afbeelding van uw selectie weer. |
|
Volgende afbeelding |
Geeft de volgende afbeelding van uw selectie weer. |
|
Inzoomen |
Vergroot de weergave van de huidige afbeelding. |
|
Uitzoomen |
Verkleint de weergave van de huidige afbeelding. |
|
Menu In/uitzoomen |
Opent een menu met zoomopties. |
|
Afdrukken |
Opent het dialoogvenster Afdrukken. |
|
Help |
Opent het Help-bestand. |
Besturingselementen voor in/uitzoomen
Bij het bewerken van een afbeelding kunt u de uitvergroting aanpassen met de besturingselementen voor in/uitzoomen van de bewerkingsmodus. U kunt deze vinden in de rechter bovenhoek van de bewerkingsmodus.
|
Werkelijke grootte |
Hiermee keert de actieve afbeelding terug naar zijn ware grootte. |
ars/TB_EditMode_ZoomBack1_1.bmp" style="border: none;width: 20px;height: 20px;float: none;border-style: none;border-style: none" width="20" height="20" border="0"> |
Afbeelding passend maken |
Hiermee wordt de afbeelding zodanig gereduceerd dat deze binnen het het gebied van de bewerkingsmodus valt. |
|
Navigator |
Toont een miniatuurvoorbeeld van de actieve afbeelding. Klik op de miniatuur en sleep er over om een afbeeldingsgedeelte te selecteren. Deze functie is het nuttigst bij grotere uitvergrotingen. |
|
U kunt ook de schuifregelaar naast de besturingselementen van in/uitzoomen verslepen om een precieze uitvergroting in te stellen. |
Bewerkingsmodus sluiten
U kunt op elk gewenst moment het venster Bewerkingsmodus sluiten en teruggaan naar het bladervenster of het weergavevenster.
U sluit de bewerkingsmodus als volgt:
Kies een van de volgende mogelijkheden:
-
Klik op de knop Bewerken voltooid op de werkbalk.
-
Druk op Esc.
|
Als u op het moment met een gereedschap aan het werk bent, kan het zijn dat de knop Bewerken voltooid uitgeschakeld is. Om naar het blader- of weergavevenster terug te keren, sluit u eerst het gereedschap en klikt u vervolgens op Bewerken voltooid. |