Een schermopname maken
Met het hulpprogramma Scherm vastleggen van ACDSee kunt u afbeeldingen maken van verschillende onderdelen van het scherm. U kunt instellen welke delen u wilt vastleggen, hoe de schermafbeelding moet worden gemaakt en waar de vastgelegde afbeelding moet worden opgeslagen.
U legt het scherm als volgt vast:
-
Klik op Extra | Scherm vastleggen.
-
Stel in het gedeelte Bron van het dialoogvenster Scherm vastleggen in welk deel van het scherm u wilt vastleggen: Raadpleeg de tabel hieronder voor een beschrijving van de bronopties.
-
Als de muisaanwijzer moet worden opgenomen in de afbeelding, selecteert u de optie Met muiscursor
-
Geef bij Doel op waar de schermafbeelding moet worden opgeslagen.
-
Geef bij Schermopname starten aan hoe de schermafbeelding moet worden gemaakt.
-
Klik op Starten om het schermafbeeldingsgereedschap te starten. In het systeemvak van de Taakbalk verschijnt een pictogram.
-
Geef op het scherm het gebied weer dat u wilt vastleggen en volg de stappen die verschijnen in de ballon boven het pictogram Scherm vastleggen.
-
Als u het hulpprogramma Scherm afsluiten wilt afsluiten zonder een schermafbeelding te maken, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram Scherm vastleggen en selecteert u Scherm vastleggen afsluiten.
Opties voor Scherm vastleggen
Opties voor bron | ||
Bureaublad |
Huidige monitor |
Hiermee maakt u een afbeelding van het volledige gebied dat op het scherm wordt weergegeven. |
Venster |
Gehele venster |
Hiermee legt u een afbeelding vast van het volledige actieve venster. |
Alleen inhoud |
Hiermee maakt u een afbeelding van de vensterinhoud (zonder het vensterkader of de titelbalk). | |
Gebied |
Vaste grootte |
Hiermee maakt u een afbeelding van een vastgesteld gebied op het scherm. Klik op de keuzeknop en selecteer een instelling voor de afmetingen of selecteer Aangepast en geef de afmetingen in pixels op. |
Geselecteerd gebied |
Hiermee maakt u een afbeelding van een geselecteerd gebied van het scherm. Klik en sleep de muisaanwijzer om het vast te leggen gebied te omkaderen. | |
Object |
Onderliggend venster |
Hiermee maakt u een afbeelding van gedeelten van het venster. Dat kan bijvoorbeeld een werkbalk of een knop zijn. |
Menu onder cursor |
Hiermee legt u geselecteerde menuopdrachten vast. | |
Opties voor doel | ||
|
Klembord |
Een kopie van de afbeelding wordt op het klembord geplaatst. Vanuit het klembord kunt u de afbeelding in een nieuwe locatie plakken. |
Bestand |
Geeft het dialoogvenster Opslaan weer voor opslag van het bestand. U kunt de locatie, de indeling en de bestandsnaam opgeven. | |
Editor |
De vastgelegde afbeelding wordt geopend in de standaardeditor. | |
Opties voor starten van schermafbeelding | ||
|
Hot key |
Hiermee wijst u een sneltoetscombinatie toe om schermafbeeldingen te starten. Om de hot key in te stellen, drukt u op een toets of een combinatie van toetsen (bijvoorbeeld Ctrl + S) op het toetsenbord; typ niet in het vak. |
Timer |
Hiermee maakt u na een ingestelde periode een schermafbeelding. Stel een tijd in die voldoende is om het bureaublad of het venster klaar te maken voor de schermafbeelding. De maximumtijd is 60 seconden. |