Foto’s van een geprofileerd apparaat ophalen

Nadat u een eerste apparaatconfiguratie hebt voltooid, kunt u het apparaat aanspreken door het aan te sluiten terwijl Apparaatdetector actief is, of door Bestand | Ophalen in het bladervenster te selecteren. Telkens wanneer u het apparaat aansluit op de computer, haalt ACDSee eventuele nieuwe bestanden op, op basis van de geselecteerde instellingen tijdens de eerste configuratie.

U haalt als volgt bestanden op van een apparaat met een profiel:

  1. Sluit het apparaat aan op de computer. Als u problemen ondervindt, controleer dan of de camera is ingeschakeld en of de kabel van het apparaat goed is aangesloten op de computer.

  2. Kies een van de volgende mogelijkheden:

  3. Als Apparaatdetector actief is, wordt, afhankelijk van de ingestelde opties in Apparaatdetector, de wizard automatisch geopend of verschijnt er een venster met een verzoek om een keuze te maken. Wanneer apparaatdetector hierom vraagt, selecteert u het keuzerondje Afbeelding ophalen van het apparaat met ACDSee.

  4. Klik in het bladervenster op Bestand | Ophalen en selecteer de naam van het apparaat.

  1. Volg de instructies in de wizard op. Afhankelijk van de instellingen die u tijdens de oorspronkelijke configuratie hebt geselecteerd, verschijnen er verschillende dialoogvensters met verzoeken.

Verwante onderwerpen

Foto’s van een geprofileerd apparaat ophalen