Toetsenbord snelkoppelingen weergavevenster

U kunt de volgende sneltoetsen van uw muis gebruiken bij het werken in het weergavevenster.

ACDSee Photo Manager Note Sneltoetsen voor het weergavevenster

Druk deze pagina af om het makkelijk te kunnen raadplegen. Klik er op met de rechtermuisknop en selecteer Afdrukken.

 

Sneltoets

Resulterende actie

/ (vooruit slash)

Zoomt in of uit tot de afbeelding zijn werkelijke grootte heeft.

= (is gelijk teken)

Vergroot de weergave van de huidige afbeelding (zoomt in).

` (accent grave)

Schakelt audiobeelden in of uit.

- (minteken)

Vergroot de weergave van de huidige afbeelding (zoomt uit).

Alt + <pijl  naar beneden>

Hiermee zoomt u de afbeelding in of uit om binnen de hoogte van het weergavevenster te passen. Vergroot niet, maakt alleen kleiner.

Alt + <pijl naar rechts>

Hiermee zoomt u de afbeelding zodanig in of uit dat deze in de breedte in het weergavevenster past. Vergroot niet, maakt alleen kleiner.

Alt + \

Vergrendel de Zoominstelling.

Alt + B

Voegt afbeeldingen aan Brandmandje toe.

Alt + C

Kopieert het huidige item naar een map die u specificeert.

Alt + komma

Verplaatst de focus in het eigenschappenvenster naar het vorige tabblad.

Alt + D

Opent het dialoogvenster Bijschrift bewerken.

Alt + Enter

Opent of sluit het Eigenschappenvenster.

Alt + F4

Sluit het weergavevenster

Alt + M

Kopieert het huidige item naar een map die u specificeert.

Alt + O

Opent het dialoogvenster Opties van ACDSee.

Alt + punt

Verplaatst de focus in het eigenschappenvenster naar het volgende tabblad.

Alt + R

Opent het dialoogvenster Bestand hernoemen.

Alt + S

Start of stopt de diavoorstelling met automatisch transport naar de volgende dia.

Alt + Shift + L

Geeft de vorige afbeelding in volgorde weer.

Alt + W

Herstelt de waarden van uw bureaubladachtergrond die u gebruikte voor u een ACDSee-achtergrond toepaste.

Alt + X

Verwijdert het huidig weergegeven item uit het afbeeldingenmandje in het bladervenster.

B

Toont of verbergt de statusbalk.

Backspace

Toont het vorige item in de diavoorstelling, automatisch transport naar de volgende dia of weergavevolgorde.

Ctrl + A

Toont of verbergt kop- en voetteksten.

Ctrl + B

Het huidig weergegeven item wordt toegevoegd aan het afbeeldingenmandje in het bladervenster.

Ctrl + C

Kopieert de huidige, weergegeven afbeelding naar het Klembord.

Ctrl + D

Opent het dialoogvenster Bijschrift bewerken.

Ctrl + E

Opent u de huidige afbeelding in het standaardbewerkingsprogramma.

Ctrl + F

Opent het dialoogvenster Bestandsindeling converteren.

Ctrl + F4

Sluit het huidige item.

Ctrl + Insert

Kopieert het momenteel geselecteerde gedeelte van de afbeelding naar het Klembord.

Ctrl + J

Opent het dialoogvenster Afbeeldingen roteren/spiegelen.

Ctrl + L

Opent de huidige afbeelding in bewerkingsmodus en activeert het hulpmiddel Belichting aanpassen.

Ctrl + Min

Verkleint de vergroting van het gedeelte in het venster Vergrootglas.

Ctrl + O

Hiermee opent u het dialoogvenster Bestanden openen, waarin u een of meer items kunt selecteren die u wilt openen in het weergavevenster.

Ctrl + P

Opent de huidige afbeelding in het hulpprogramma ACDSee Afdrukken.

Ctrl + plus

Vergroot de vergroting van het gedeelte in het venster Vergrootglas.

Ctrl + Q

Wist de huidige selectie.

Ctrl + R

Opent de hu
idige afbeelding in bewerkingsmodus en activeert het hulpmiddel Grootte wijzigen.

Ctrl + S

Opent het dialoogvenster Afbeelding opslaan als, waarin u uw bestand kunt opslaan met een andere naam of bestandsindeling.

Ctrl + T

Opent het dialoogvenster Tijdstempel afbeelding wijzigen.

Ctrl + V

Plakt de inhoud van het Klembord.

Ctrl + W

Sluit het weergavevenster

Ctrl + X

Knipt het momenteel geselecteerde item naar het Klembord.

Ctrl + Y

Opnieuw uitvoeren van de eerder ongedaan gemaakte bewerking.

Ctrl + Z

Vorige bewerking ongedaan maken.

Ctrl + Alt + <pijl naar links>

Hiermee draait u de afbeelding 90 graden naar links.

Ctrl + Alt + <pijl naar rechts>

Hiermee draait u de afbeelding 90 graden naar rechts.

Ctrl + Shift + A

Opent of sluit het vergrootglas.

Ctrl + Shift + B

Toont of verbergt de statusbalk.

Ctrl + Shift + C

Kopieert de momenteel weergegeven afbeelding naar het Klembord.

Ctrl + Shift + F

Schakelt de modus Volledig scherm in en uit.

Ctrl + Shift + F4

Sluit alle afbeeldingen.

Ctrl + Shift + G

Verwijdert het repeterende afbeeldingsmotief van de achtergrond in het weergavevenster.

Ctrl + Shift + H

Opent of sluit het histogramvenster.

Ctrl + Shift + L

Opent de vorige afbeelding.

Ctrl + Shift + M

Toont of verbergt de hoofdmenubalk.

Ctrl + Shift + P

Hiermee worden alle momenteel geselecteerde afbeeldingen of alle afbeeldingen in de huidige map afgedrukt.

Ctrl + Shift + Q

Opent het dialoogvenster Kop- voettekst bewerken waarin u kunt opgeven welke tekst moet worden weergegeven op uw afbeeldingen in het weergavevenster.

Ctrl + Shift + S

Opent of sluit het navigatievenster.

Ctrl + Shift + T

Toont of verbergt de hoofdwerkbalk van het weergavevenster.

Ctrl + Shift + V

Schakelt het deelvenster Paginaweergave in en uit bij het weergeven van afbeeldingen die uit meerdere pagina’s bestaan.

Ctrl + Shift + W

Stelt de huidige afbeelding in als getegelde achtergrond van het bureaublad.

Ctrl + Shift +1

Verandert de afbeeldingskleurdiepte naar zwart-wit.

Ctrl + Shift +2

Verandert de afbeeldingskleurdiepte naar 16 grijstonen.

Ctrl + Shift +3

Verandert de afbeeldingskleurdiepte naar 256 grijstonen.

Ctrl + Shift +4

Verandert de afbeeldingskleurdiepte naar 16 grijstonen.

Ctrl + Shift +5

Verandert de afbeeldingskleurdiepte naar 256 grijstonen.

Ctrl + Shift +6

Verandert de afbeeldingskleurdiepte naar hoge kleuren.

Ctrl + Shift +7

Verandert de afbeeldingskleurdiepte naar wa
re kleuren.

Verwijderen

Verwijdert de huidige afbeelding en plaatst het in de prullenbak van het bureaublad.

End

Toont de laatste van uw geselecteerde items of het laatste item van de huidige map.

Enter

Hiermee sluit u het weergavevenster en gaat u terug naar het bladervenster.

Esc

Sluit het huidige dialoogvenster of sluit het weergavevenster en keert terug naar het bladervenster.

F

Schakelt de modus Volledig scherm in en uit.

F1

Opent het Help-bestand van ACDSee.

F2

Opent het dialoogvenster Bestand hernoemen.

F5

Vernieuwt het weergavevenster en laadt de huidige afbeelding opnieuw.

Home

Toont de eerste van uw geselecteerde items of het eerste item van de huidige map.

Insert

Hiermee opent u het dialoogvenster Bestanden openen, waarin u een of meer items kunt selecteren die u wilt openen in het weergavevenster.

L

Schakelt de panvergrendeling in en uit.

Page Down

Geeft het volgende item weer.

Page Up

Geeft het vorige item weer.

Pause

Start of stopt de diavoorstelling met automatisch transport naar de volgende dia.

Shift + Backspace

Geeft de volgende pagina weer van een afbeelding met meerdere pagina’s.

Shift + Delete

Verwijdert het huidige item van uw vaste schijf.

Shift + E

Opent het huidige bestand in het standaardsysteem van de toepassing of opent een dialoogvenster waarin u een toepassing kunt selecteren.

Shift + End

Toont de laatste pagina van de huidige afbeelding met meerdere pagina’s

Shift + Enter

Hiermee sluit u het weergavevenster en gaat u terug naar het bladervenster.

Shift + Esc

Minimaliseert het weergavevenster

Shift + F1

Activeert het schuifhulpmiddel van de afbeelding.

Shift + F2

Activeert het selectiehulpmiddel.

Shift + F3

Activeert het zoom-hulpmiddel.

Shift + Home

Toont de eerste pagina van de huidige afbeelding met meerdere pagina’s

Shift + Insert

Plakt de inhoud van het Klembord.

Shift + L

Opent het bestand met de systeemtoepassing die is gekoppeld met zijn bestandsextensie.

Shift + Page Down

Geeft de volgende pagina weer van een afbeelding met meerdere pagina’s.

Shift + Page Up

Geeft de volgende pagina weer van een afbeelding met meerdere pagina’s.

Shift + Spacebar

Geeft de volgende pagina weer van een afbeelding met meerdere pagina’s.

Shift + Tab

Verplaatst de focus in het eigenschappenvenster naar het vorige veld.

Shift + Z

Activeert het selectiehulpmiddel en zoomt in op het geselecteerde gebied.

Spatiebalk

Toont het volgende item in de diavoorstelling, automatisch transport naar de volgende dia of weergavevolgorde.

T

Toont of verbergt de hoofdwerkbalk van het weergavevenster.

Tab

Verplaatst de focus in het eigenschappenvenster naar het volgende veld.

Z

Opent het dialoogvenster Zoomniveau instellen.

Let op: gebruik het numerieke toetsenbord voor de volgende sneltoetsen van het toetsenbord voor het weergavevenster.

* (sterretje)

Hiermee zoomt u de afbeelding zodanig automatisch in of uit dat deze helemaal in het weergavevenster past.

- (minteken)

Verkleint de vergroting van de afbeelding (zoomt uit).

+ (plusteken)

Vergroot de vergroting van de huidige afbeelding (zoomt in).

/

Herstelt de zoom tot 100%, de ware grootte van de afbeelding.

1

Toont het laatste item uit de huidige map.

3

Geeft het volgende item weer.

7

Toont het eerste item uit de huidige map.

9

Geeft het vorige item weer.

 

Sneltoetsen voor het weergavevenster