Een diavoorstelling bekijken en configureren
U kunt een diavoorstelling met afbeeldingen bekijken in het blader- of het weergavevenster. U kunt uw diavoorstelling zo configureren dat de voorstelling automatisch opstart als u die uitvoert. U kunt ook opties instellen voor de diavoorstelling om de weergavetijd van elke afbeelding aan te passen, de achtergrondkleur in te stellen, overgangseffecten toe te passen en kopteksten of voetteksten toe te voegen
U start als volgt een diavoorstelling in het bladervenster:
-
Kies een van de volgende mogelijkheden:
-
Selecteer een groep afbeeldingen in het deelvenster Bestandslijst.
-
In het mappenvenster selecteert u een map of gebruikt u de Makkelijk selecteren-balk om meerdere mappen met afbeeldingen te selecteren.
-
Klik op Extra | Automatisch Diavoorstelling.
-
Klik op OK.
U start als volgt een diavoorstelling in het weergavevenster:
-
Klik op Weergeven | Automatisch Diavoorstelling.
-
In het dialoogvenster Eigenschappen diavoorstelling selecteert of wijzigt u de opties van de diavoorstelling zoals hieronder beschreven.
-
Als u uw instellingen wilt opslaan als standaardinstellingen voor diavoorstellingen, schakelt u het selectievakje Huidige instellingen opslaan als standaardwaarden in.
-
Klik op OK.
U maakt als volgt een diavoorstelling:
-
Kies een van de volgende mogelijkheden:
-
Selecteer een groep afbeeldingen in het deelvenster Bestandslijst.
-
In het mappenvenster selecteert u een map of gebruikt u de Makkelijk selecteren-balk om meerdere mappen met afbeeldingen te selecteren.
-
Klik op Extra | Configureren Automatisch Diavoorstelling.
-
In het dialoogvenster Eigenschappen diavoorstelling selecteert of wijzigt u de opties van de diavoorstelling zoals hieronder beschreven.
-
Als u uw instellingen wilt opslaan als standaardinstellingen voor diavoorstellingen, schakelt u het selectievakje Huidige instellingen opslaan als standaardwaarden in.
-
Klik op OK.
Opties diavoorstelling
Bestandselectie |
Inhoud van diavoorstelling |
Hier geeft u de locaties en de afbeeldingen op die u in de diavoorstelling wilt gebruiken. |
Altijd deze inhoud gebruiken voor dit selectietype en de diavoorstelling automatisch starten |
De huidige instelling van Inhoud van diavoorstelling blijft gelden en wordt automatisch gestart wanneer u de diavoorstelling opnieuw start. | |
Basis |
Selecteer overgangseffecten |
Schakel het selectievakje naast elk overgangseffect in of uit. De diavoorstelling selecteert willekeurig de overgangen die u hebt gekozen. |
Achtergrondkleur |
Hier stelt u de achtergrondkleur in. Klik op het pijltje van de kleurselector om de kleur te selecteren of te wijzigen. | |
Afbeeldingsvertraging (in seconden) |
Hier geeft u aan hoe lang de diavoorstelling elke afbeelding moet weergeven. | |
Geavanceerd |
Overgangskwaliteit |
Sleep de schuifregelaar naar links om de snelheid van de diavoorstell |
Algemene instellingen |
Selecteer of deselecteer een of meer van de volgende opties:
| |
Diavolgorde |
Selecteer een of meer van de volgende opties om aan te geven in welke volgorde de afbeeldingen moeten worden weergegeven:
| |
Tekst |
Koptekst weergeven |
Hiermee geeft u een koptekst weer boven aan elke afbeelding. Stel de opties in voor de tekst die u wilt weergeven. |
Voettekst weergeven |
Hiermee geeft u een voettekst weer onder aan elke afbeelding. Stel de opties in voor de tekst die u wilt weergeven. | |
Huidige instellingen opslaan als standaardwaarden |
De huidige instellingen van alle tabbladen blijven bewaard en worden toegepast wanneer u opnieuw een diavoorstelling weergeeft. |
Tekstopties voor diavoorstelling
Uitlijning |
Hier kiest u de uitlijning voor eventuele bijschriften. |
Achtergrondkleur |
Hier geeft u een achtergrondkleur op voor het bijschrift. |
Tekst |
Hier geeft u de tekst op die als bijschrift moet worden weergegeven. |
Lettertype |
Hiermee opent u het dialoogvenster Lettertype, waarin u de lettertype-opties voor de tekst kunt selecteren of wijzigen. |
Metadata-tag invoeren |
Hiermee wordt bestandsspecifieke informatie, m Klik om het dialoogvenster Kies eigenschap te openen en de in te voegen metadata te selecteren. |